Susan Smit
roman, de heks van Limbricht
Over de totstandkoming van ‘De heks van Limbricht’
Door Susan Smit
Doorgaans zit er een paar jaar tussen het schrijven van mijn romans, maar in het geval van De heks van Limbricht kon het geen dag wachten. Ik zat op de bank de drukproef van mijn historische roman Tropenbruid, over een Amsterdams weesmeisje dat aan het begin van de vorige eeuw naar de Oost vaart, te corrigeren, toen ik ineens overeind kwam. Er viel me in dat mijn volgende roman over een bestaand heksenproces moest gaan. Er moest een dossier te vinden zijn dat nog compleet was en waarin precies te lezen was wat je nu eigenlijk overkwam als je als heks werd aangewezen was. Hoe ging dat in z’n werk? Wat waren je rechten?
Er was twintig jaar verstreken sinds mijn debuut Heks, waarin ik de geschiedenis van de oude natuurreligie beschreef. Zoals op elk continent was er ook in Europa, voordat het christendom dominant was, een natuurreligie met het idee dat alles wat leeft met elkaar verbonden is en een goddelijke vonk in zichzelf bezit. In dat boek schreef ik ook over de heksenjachten vele eeuwen later, waarin de duivel, een uitvinding van het dualistische christendom, een grote rol speelde. Ik voelde dat de tijd rijp was om deze pijnlijke episode uit onze vaderlandse geschiedenis in een roman te vatten waarin ik het bijgeloof en de misstanden voelbaar kon maken en aan de kaak kon stellen. Er was in Nederland immers nooit eerder een publieke discussie gevoerd over heksenvervolging. De tijd was, zowel in mijn eigen leven waarin ik was gerijpt als romanschrijfster, als in de maatschappij, rijp.
Tijdens mijn research stuitte ik op Entgen Luijten, de laatste vrouw die als heks werd berecht in het gebied dat nu Nederland is. Ik ontdekte dat haar volledige procesdossier nog bewaard was gebleven, wat voor mij het allerbelangrijkste was. Het dossier was bestudeerd door historicus J.J. De Wit, die zijn ontcijfering en vertaling in 1903 publiceerde in Publications du Limbourg. In 2015 is door Margot Muijtens voor het Archief De Domijnen in Sittard-Geleen een nieuw transcript van het proces gemaakt. Daarnaast kwam ik al snel in contact met Peter Luijten, een nazaat van een van Entgens broers, die uitgebreid genealogisch onderzoek had gedaan. Er ontstond een levendige mailwisseling en vertrouwensband. Zonder Peter had ik mijn roman niet op deze manier kunnen schrijven, omdat hij zoveel te weten is gekomen over haar persoonlijke leven. Bovendien vertelde zijn karakter, met een grote waarheidsliefde en integriteit, me iets over hoe Entgen moest zijn geweest. Het was het antwoord op de vraag hoe zij heeft kunnen standhouden te midden van onrecht: voor haar was geen prijs te hoog om de onwaarheden, corruptie en onrecht die haar ten deel vielen aan te vechten. De waarheid geweld aandoen was zichzelf geweld aandoen, en dat kon ze niet verdragen.
Ik las dat er in 1993, ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad Sittard, een musical over het proces was opgevoerd op het voorplein van kasteel Limbricht en in Stadsschouwburg Sittard. Het was een in het Limburgs geschreven stuk van de in 2001 overleden Herman Veugelers, troubadour en protestzanger uit Limbricht. Toen ik op een derde van het boek was, wees iemand me erop dat dit toneelstuk als de, eveneens in het Limburgs geschreven, roman De heks van Limborgh was uitgebracht. Veugelers zelf kon ik niet meer vragen waar hij zijn kennis vandaan had gehaald. Voor de rechtbankscènes heb ik voor een deel geput uit zijn werk.
In de researchfase las ik boeken over het boerenleven in de zeventiende eeuw, de streek rondom Sittard en de politieke en religieuze geschiedenis. Een paar keer bezocht ik kasteel Limbricht, waarbij Guido Corten, een van de historici van de stichting Kasteel Limbricht, me rondleidde en mijn vragen beantwoordde. Igor Stel, uitbater van de voorburcht dat als hotel, café en restaurant ‘Landgoed Kasteel Limbricht’ is ingericht, toonde zich enthousiast over het project en organiseerde een boekpresentatie. Daar heb ik het eerste exemplaar aan Peter Luijten mogen aanbieden. Hij hield een ontroerende toespraak over zijn persoonlijke band met Entgen en mijn literaire eerbetoon aan haar.
Na het verzamelen van alle feiten die terug te halen zijn, is het bij een historische romanschrijvers de beurt aan de verbeelding. Vanuit de levenskeuzes van een persoon, en de achtergrond en omstandigheden van een leven, valt een persoonlijkheid te reconstrueren. Je kent sommige beslissingen en hoe deze hebben uitgewerkt, maar kent niet de beweegredenen en reactie van de persoon. Deze zul je met je verbeelding en invoelingsvermogen moeten invullen. Een roman componeer je door scènes en beschrijvingen, overdenkingen en dialogen af te wisselen en hoofd- en bijfiguren die op elkaar reageren op te voeren. Het verhaal moet zichzelf voortstuwen. De stijl en de gelaagdheid maken het tot literatuur, herkenbaar als deel van een oeuvre van de auteur.
Al schrijvende ontstaat een personage, die gaandeweg bijna net zo tastbaar wordt als een levend mens. Vaak duurt dat bij mij ongeveer een halfjaar, maar in het geval van Entgen leek ze bijna onmiddellijk in mijn schrijfkamer te staan. Ik kon haar aanvoelen, van binnenuit begrijpen, alsof ze een goede vriendin van me was. Ik hield meteen van haar, inclusief haar hoekigheden. Ik voelde een grote verantwoordelijkheid en taak om haar levensverhaal zo goed mogelijk te beschrijven. Ik wilde als mens en als schrijver haar verhaal ‘waard’ zijn. Daarnaast wilde ik het grotere verhaal vertellen van de gruwel en onrecht van heksenvervolging, die eigenlijk een vrouwenvervolging was.
Entgen Luijten is een symbool van vrouwelijke onverzettelijkheid in die door mannen gedomineerde samenleving. Ze heeft, ondanks marteling, uithongering, langdurige eenzame opsluiting en de belofte van strafvermindering nooit bekend. Bij het inquisitoire recht was een bekentenis nodig voor veroordeling. Ze bleef standhouden en heeft het de autoriteiten heel moeilijk gemaakt. Niet voor niets is ze de laatste vrouw die als heks werd berecht in wat nu Nederland is. Het stopte bij haar. Ze verdient een mooie plek in onze geschiedschrijving. Ik heb enkele keren in de media geroepen dat Entgen een standbeeld verdient en ben verheugd dat dit werkelijkheid is geworden. In 2022 zullen twee standbeelden geplaatst worden. Een is een buste van de oudere Entgen, gemaakt door Ankie Vrolings namens de familie Luijten, en de ander verbeeldt de jongere Entgen, gemaakt door Marij Heijligers. Overal, zoals in Schiedam, ontstaan initiatieven om herdenkplaten van plaatselijke vrouwen die als heks werden berecht en veroordeeld te plaatsen.
De heks belichaamt een vrouw met macht in zichzelf, die bevrijd is van alle overheersing en beperking. Zij is de ongehoorzame of ongebondene te midden van een patriarchaat. Zij is de vrouw met iets te vrije (seksuele) opvattingen binnen de kerkelijke gemeenschap. Zij is, met andere woorden, de vrouw die het systeem trotseert of ervoor kiest zich er afzijdig van te houden en haar eigen weg te gaan. Goedbeschouwd waren heksen de eerste feministen. Heksenvervolging was een bloederige uitwas van vrouwenhaat, niets minder dan een oorlog tegen vrouwen, een femicide, uitgesmeerd over enkele eeuwen.
We leven nu in een tijd waarin misstanden uit de geschiedenis aan het licht komen. Kijk bijvoorbeeld naar de #MeToo beweging, de officiële excuses van de gemeente Amsterdam voor hun rol in de slavernij en de standbeelden die van hun sokkel worden getrokken. Met mijn boek wilde ik het onrecht van heksenvervolging naar de oppervlakte te brengen zodat we ons ervan kunnen bevrijden. Niet om ons daarin te wentelen, of om met de vinger naar de Kerk of de mannen te wijzen, maar om te begrijpen: wat is er gebeurd en hoe werkt dat nu nog door? Dat op zichzelf zal al helend werken. Het onderdrukken van vrouwen is een trauma op collectief niveau. Net als bij nare ervaringen op persoonlijk niveau, kun je ervoor vluchten of het wegduwen, maar daarmee los je het probleem niet op. Als je je pijn onder ogen kunt zien, kun je het doorvoelen en loslaten. Dan komt er ruimte en krijg je ook weer toegang tot diepere emoties en geluk. We kunnen niet helen wat wordt genegeerd.
De waarheid maakt vrij. Al lijkt het me ook hoog tijd dat het Vaticaan of de (plaatselijke) overheid die ernaast stond, excuses maakt voor de praktijk van heksenjachten. In Schotland werd in 2021 bekend gemaakt dat er postuum gerechtigheid komt voor de 3837 mensen (84 procent vrouw en 16 procent man, 2558 ervan werden ter dood gebracht) die ooit in Schotland voor de rechter moesten verschijnen op verdenking van hekserij. Het Schotse parlement nam een wet aan die hen allemaal met terugwerkende kracht onschuldig verklaart. Waarom zou dit niet in Nederland kunnen gebeuren? En waarom zou Limbricht niet de eerste gemeente zijn die dit doet voor de vrouw die zij eert met maar liefst twee standbeelden?
Met het vertellen van de verhalen over vrouwen die als heks zijn veroordeeld en de herwaardering van het archetype van de heks – de autonome, eigenzinnige vrouw – kan er iets van de oude angst die onder vrouwen gezaaid is, wegebben. Solidariteit is wat vrouwen kan helpen om zichzelf in al hun intensiteit en eigenheid te durven laten zien, met de steun van hun zusters, en tegelijkertijd de oeroude, onbewuste angst voor afstraffing en uitsluiting in de gemeenschap te overwinnen.
De heks van Limbricht is mijn eerbetoon aan een vrouw die zich niet liet muilkorven – en vrouwen zoals zij. Door haar tijdgenoten werd Entgen gezien als minderwaardig en kwaadaardig, haar resten nog niet goed genoeg om in gewijde grond te worden begraven. Met dit boek hoopte ik dat ze, ruim 350 jaar later, alsnog de geschiedenis zal ingaan als het voorbeeld van kracht, moed en eigenzinnigheid dat ze is.
Susan Smit, Amsterdam 2022.
Over de totstandkoming van ‘De heks van Limbricht’
Door Susan Smit
Doorgaans zit er een paar jaar tussen het schrijven van mijn romans, maar in het geval van De heks van Limbricht kon het geen dag wachten. Ik zat op de bank de drukproef van mijn historische roman Tropenbruid, over een Amsterdams weesmeisje dat aan het begin van de vorige eeuw naar de Oost vaart, te corrigeren, toen ik ineens overeind kwam. Er viel me in dat mijn volgende roman over een bestaand heksenproces moest gaan. Er moest een dossier te vinden zijn dat nog compleet was en waarin precies te lezen was wat je nu eigenlijk overkwam als je als heks werd aangewezen was. Hoe ging dat in z’n werk? Wat waren je rechten?
Er was twintig jaar verstreken sinds mijn debuut Heks, waarin ik de geschiedenis van de oude natuurreligie beschreef. Zoals op elk continent was er ook in Europa, voordat het christendom dominant was, een natuurreligie met het idee dat alles wat leeft met elkaar verbonden is en een goddelijke vonk in zichzelf bezit. In dat boek schreef ik ook over de heksenjachten vele eeuwen later, waarin de duivel, een uitvinding van het dualistische christendom, een grote rol speelde. Ik voelde dat de tijd rijp was om deze pijnlijke episode uit onze vaderlandse geschiedenis in een roman te vatten waarin ik het bijgeloof en de misstanden voelbaar kon maken en aan de kaak kon stellen. Er was in Nederland immers nooit eerder een publieke discussie gevoerd over heksenvervolging. De tijd was, zowel in mijn eigen leven waarin ik was gerijpt als romanschrijfster, als in de maatschappij, rijp.
Tijdens mijn research stuitte ik op Entgen Luijten, de laatste vrouw die als heks werd berecht in het gebied dat nu Nederland is. Ik ontdekte dat haar volledige procesdossier nog bewaard was gebleven, wat voor mij het allerbelangrijkste was. Het dossier was bestudeerd door historicus J.J. De Wit, die zijn ontcijfering en vertaling in 1903 publiceerde in Publications du Limbourg. In 2015 is door Margot Muijtens voor het Archief De Domijnen in Sittard-Geleen een nieuw transcript van het proces gemaakt. Daarnaast kwam ik al snel in contact met Peter Luijten, een nazaat van een van Entgens broers, die uitgebreid genealogisch onderzoek had gedaan. Er ontstond een levendige mailwisseling en vertrouwensband. Zonder Peter had ik mijn roman niet op deze manier kunnen schrijven, omdat hij zoveel te weten is gekomen over haar persoonlijke leven. Bovendien vertelde zijn karakter, met een grote waarheidsliefde en integriteit, me iets over hoe Entgen moest zijn geweest. Het was het antwoord op de vraag hoe zij heeft kunnen standhouden te midden van onrecht: voor haar was geen prijs te hoog om de onwaarheden, corruptie en onrecht die haar ten deel vielen aan te vechten. De waarheid geweld aandoen was zichzelf geweld aandoen, en dat kon ze niet verdragen.
Ik las dat er in 1993, ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad Sittard, een musical over het proces was opgevoerd op het voorplein van kasteel Limbricht en in Stadsschouwburg Sittard. Het was een in het Limburgs geschreven stuk van de in 2001 overleden Herman Veugelers, troubadour en protestzanger uit Limbricht. Toen ik op een derde van het boek was, wees iemand me erop dat dit toneelstuk als de, eveneens in het Limburgs geschreven, roman De heks van Limborgh was uitgebracht. Veugelers zelf kon ik niet meer vragen waar hij zijn kennis vandaan had gehaald. Voor de rechtbankscènes heb ik voor een deel geput uit zijn werk.
In de researchfase las ik boeken over het boerenleven in de zeventiende eeuw, de streek rondom Sittard en de politieke en religieuze geschiedenis. Een paar keer bezocht ik kasteel Limbricht, waarbij Guido Corten, een van de historici van de stichting Kasteel Limbricht, me rondleidde en mijn vragen beantwoordde. Igor Stel, uitbater van de voorburcht dat als hotel, café en restaurant ‘Landgoed Kasteel Limbricht’ is ingericht, toonde zich enthousiast over het project en organiseerde een boekpresentatie. Daar heb ik het eerste exemplaar aan Peter Luijten mogen aanbieden. Hij hield een ontroerende toespraak over zijn persoonlijke band met Entgen en mijn literaire eerbetoon aan haar.
Na het verzamelen van alle feiten die terug te halen zijn, is het bij een historische romanschrijvers de beurt aan de verbeelding. Vanuit de levenskeuzes van een persoon, en de achtergrond en omstandigheden van een leven, valt een persoonlijkheid te reconstrueren. Je kent sommige beslissingen en hoe deze hebben uitgewerkt, maar kent niet de beweegredenen en reactie van de persoon. Deze zul je met je verbeelding en invoelingsvermogen moeten invullen. Een roman componeer je door scènes en beschrijvingen, overdenkingen en dialogen af te wisselen en hoofd- en bijfiguren die op elkaar reageren op te voeren. Het verhaal moet zichzelf voortstuwen. De stijl en de gelaagdheid maken het tot literatuur, herkenbaar als deel van een oeuvre van de auteur.
Al schrijvende ontstaat een personage, die gaandeweg bijna net zo tastbaar wordt als een levend mens. Vaak duurt dat bij mij ongeveer een halfjaar, maar in het geval van Entgen leek ze bijna onmiddellijk in mijn schrijfkamer te staan. Ik kon haar aanvoelen, van binnenuit begrijpen, alsof ze een goede vriendin van me was. Ik hield meteen van haar, inclusief haar hoekigheden. Ik voelde een grote verantwoordelijkheid en taak om haar levensverhaal zo goed mogelijk te beschrijven. Ik wilde als mens en als schrijver haar verhaal ‘waard’ zijn. Daarnaast wilde ik het grotere verhaal vertellen van de gruwel en onrecht van heksenvervolging, die eigenlijk een vrouwenvervolging was.
Entgen Luijten is een symbool van vrouwelijke onverzettelijkheid in die door mannen gedomineerde samenleving. Ze heeft, ondanks marteling, uithongering, langdurige eenzame opsluiting en de belofte van strafvermindering nooit bekend. Bij het inquisitoire recht was een bekentenis nodig voor veroordeling. Ze bleef standhouden en heeft het de autoriteiten heel moeilijk gemaakt. Niet voor niets is ze de laatste vrouw die als heks werd berecht in wat nu Nederland is. Het stopte bij haar. Ze verdient een mooie plek in onze geschiedschrijving. Ik heb enkele keren in de media geroepen dat Entgen een standbeeld verdient en ben verheugd dat dit werkelijkheid is geworden. In 2022 zullen twee standbeelden geplaatst worden. Een is een buste van de oudere Entgen, gemaakt door Ankie Vrolings namens de familie Luijten, en de ander verbeeldt de jongere Entgen, gemaakt door Marij Heijligers. Overal, zoals in Schiedam, ontstaan initiatieven om herdenkplaten van plaatselijke vrouwen die als heks werden berecht en veroordeeld te plaatsen.
De heks belichaamt een vrouw met macht in zichzelf, die bevrijd is van alle overheersing en beperking. Zij is de ongehoorzame of ongebondene te midden van een patriarchaat. Zij is de vrouw met iets te vrije (seksuele) opvattingen binnen de kerkelijke gemeenschap. Zij is, met andere woorden, de vrouw die het systeem trotseert of ervoor kiest zich er afzijdig van te houden en haar eigen weg te gaan. Goedbeschouwd waren heksen de eerste feministen. Heksenvervolging was een bloederige uitwas van vrouwenhaat, niets minder dan een oorlog tegen vrouwen, een femicide, uitgesmeerd over enkele eeuwen.
We leven nu in een tijd waarin misstanden uit de geschiedenis aan het licht komen. Kijk bijvoorbeeld naar de #MeToo beweging, de officiële excuses van de gemeente Amsterdam voor hun rol in de slavernij en de standbeelden die van hun sokkel worden getrokken. Met mijn boek wilde ik het onrecht van heksenvervolging naar de oppervlakte te brengen zodat we ons ervan kunnen bevrijden. Niet om ons daarin te wentelen, of om met de vinger naar de Kerk of de mannen te wijzen, maar om te begrijpen: wat is er gebeurd en hoe werkt dat nu nog door? Dat op zichzelf zal al helend werken. Het onderdrukken van vrouwen is een trauma op collectief niveau. Net als bij nare ervaringen op persoonlijk niveau, kun je ervoor vluchten of het wegduwen, maar daarmee los je het probleem niet op. Als je je pijn onder ogen kunt zien, kun je het doorvoelen en loslaten. Dan komt er ruimte en krijg je ook weer toegang tot diepere emoties en geluk. We kunnen niet helen wat wordt genegeerd.
De waarheid maakt vrij. Al lijkt het me ook hoog tijd dat het Vaticaan of de (plaatselijke) overheid die ernaast stond, excuses maakt voor de praktijk van heksenjachten. In Schotland werd in 2021 bekend gemaakt dat er postuum gerechtigheid komt voor de 3837 mensen (84 procent vrouw en 16 procent man, 2558 ervan werden ter dood gebracht) die ooit in Schotland voor de rechter moesten verschijnen op verdenking van hekserij. Het Schotse parlement nam een wet aan die hen allemaal met terugwerkende kracht onschuldig verklaart. Waarom zou dit niet in Nederland kunnen gebeuren? En waarom zou Limbricht niet de eerste gemeente zijn die dit doet voor de vrouw die zij eert met maar liefst twee standbeelden?
Met het vertellen van de verhalen over vrouwen die als heks zijn veroordeeld en de herwaardering van het archetype van de heks – de autonome, eigenzinnige vrouw – kan er iets van de oude angst die onder vrouwen gezaaid is, wegebben. Solidariteit is wat vrouwen kan helpen om zichzelf in al hun intensiteit en eigenheid te durven laten zien, met de steun van hun zusters, en tegelijkertijd de oeroude, onbewuste angst voor afstraffing en uitsluiting in de gemeenschap te overwinnen.
De heks van Limbricht is mijn eerbetoon aan een vrouw die zich niet liet muilkorven – en vrouwen zoals zij. Door haar tijdgenoten werd Entgen gezien als minderwaardig en kwaadaardig, haar resten nog niet goed genoeg om in gewijde grond te worden begraven. Met dit boek hoopte ik dat ze, ruim 350 jaar later, alsnog de geschiedenis zal ingaan als het voorbeeld van kracht, moed en eigenzinnigheid dat ze is.
Susan Smit, Amsterdam 2022.